De vestiging van De Heus Voeders in Utrecht.
Op de dag dat de familie De Heus definitief toetrad tot de culturele elite van Nederland, had dezelfde familie De Heus, eigenaar van een multinational in veevoer, een boodschap voor een heel andere laag van de bevolking.
Eén familie, twee werelden.
In het kasteel Nyenrode, aan het riviertje de Vecht, krijgen de zeventigers Henk en Victoria de Heus-Zomer op woensdag 22 juni de Museumpenning opgespeld, een koninklijke onderscheiding voor de kunstcollectie die zij de afgelopen dertig jaar hebben opgebouwd. Staatssecretaris Gunay Uslu voor Cultuur en Media spreekt lovende woorden over het internationale niveau van de verzameling, over hun liefde voor moderne kunst, over de rol die het echtpaar speelt in het steunen van jonge kunstenaars. Aan de muur hangen prachtige werken uit hun collectie, die ze zelf uit landen als China en Brazilië hebben gehaald. De Wijde Wereld In, is de titel van de tentoonstelling, even kosmopolitisch als het bedrijf dat dit mogelijk maakte.
Een stukje verderop, langs de snelweg A1, verschijnt die woensdag op een groot reclamescherm het karakteristieke groen en blauw van de firma De Heus, een van de drie grote veevoerbedrijven van Nederland. ‘Trots op de boer’, staat erop. Het is de dag van het grote boerenprotest in Stroe. Op Facebook betuigt het bedrijf nog meer steun aan de boeren. ‘Rij je op de A1 bij Hoevelaken of A30 bij Barneveld? Kijk dan goed om je heen en lees ons statement. Ben je onderweg naar het protest? Dan wensen we je een goede dag. Rij en doe voorzichtig en laat van je horen!’
Rond het weiland in Stroe zelf hangen spandoeken van De Heus, dat met een aantal andere landbouwbedrijven heeft meebetaald aan de organisatie van het protest. En terwijl de staatssecretaris in Nyenrode meneer en mevrouw De Heus prijst voor het podium dat zij jonge kunstenaars hebben geboden, staan in Stroe op een ander, mede door De Heus betaald podium jonge boeren af te geven op het ‘elitaire korps’ dat in Nederland de dienst uitmaakt maar ‘nog nooit een plant in leven gehouden heeft’.
Eén familie, twee gezichten. Zeer salonfähig, maar ook voor de boeren op de bres. Het is, in deze zwaar gepolariseerde tijden, bijna onvoorstelbaar dat dezelfde naam aan weerszijden van de culturele kloof opduikt. Of is er toch een verband tussen die twee?
De firma De Heus heeft met ForFarmers en de coöperatie Agrifirm zo’n 75 procent van de Nederlandse veevoedermarkt in handen. Net als andere toeleveranciers en verwerkers in de landbouwketen, zoals machinefabrikant Lely, kaasmaker A-ware en kalfjesslachter Van Drie, hebben de veevoerbedrijven de afgelopen decennia geprofiteerd van de schaalvergroting en intensivering van de landbouw. Voor voerbedrijven is het verband duidelijk: elk dier erbij betekent extra omzet.
Koen en Co de Heus, de huidige ceo’s van De Heus Voeders.
Het heeft De Heus geen windeieren gelegd. Het bedrijf, in 1911 in Barneveld opgericht door de overgrootvader van de huidige twee ceo’s Co en Koen, behaalde in 2020 een omzet van 3,2 miljard euro en een winst van 125 miljoen. Daarvan ging 40 miljoen naar de aandeelhouders, Co en Koen en hun zus Jobien. Als familie behoort De Heus volgens Quote tot de top-5 van rijkste families van Nederland, met een geschat vermogen van 1,6 miljard euro.
Hoewel meer dan de helft van het geld uit het buitenland komt, heeft het bedrijf veel te verliezen met de dreigende inkrimping. In een verklaring maakt het op de dag van Stroe duidelijk waarom het de boerenprotesten steunt. ‘Als het aangekondigde beleid wordt doorgezet, dan zal dat niet alleen grote gevolgen hebben voor het aantal boerenbedrijven in Nederland. Ook andere bedrijven in ons voedselsysteem zien hun toekomst onzeker worden’, is de uitleg. ‘Bij het zoeken naar een oplossing voor het stikstofdossier moet dan ook nadrukkelijk het toekomstperspectief van alle ketenpartijen in ons voedselsysteem worden meegenomen.’
Alle ketenbedrijven in ons voedselsysteem. Eigenlijk staat daar dus gewoon: dat verzet, dat is in ons belang.
Een bedrijf van generaties
De Heus is een bedrijf van generaties. In het hoofdkantoor in Ede hangt in de gang achter de balie een groot portret van J.J. de Heus, zoon van oprichter Hendrik Anthonie, die in 1911 in de Langstraat in Barneveld begint met Graan- en Meelhandel H. A. de Heus. Achter de winkel bouwt hij een molen en silo’s om grondstoffen in op te slaan. De klanten zijn kleine koeien- en kippenboeren in de Gelderse Vallei, het platte land tussen de bulten van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. De Heus valt nog niet op – er zijn bijna evenveel voerleveranciers als kerken in het strengchristelijke dorp. De schaal is die van paard en wagen. Pas honderd jaar later zou het hier Food Valley gaan heten.
De Heus groeit aanvankelijk rustig. De vrachtwagens beginnen de hele regio te bedienen en er komt een overslaginstallatie in Wageningen, waar binnenvaartschepen de via de haven van Rotterdam geïmporteerde granen kunnen lossen. Barnevelder Mark Brouwer, later militair geworden, herinnert zich hoe hij als jongetje op de bijrijdersstoel naast zijn opa het hele land doorkruiste; er hing een houten vrachtwagen aan de schouw met een draaischijf met de namen van de kleinkinderen, zodat zijn oma kon bijhouden wie er die dag aan de beurt was om mee te gaan. ‘Het was een familiebedrijf in verschillende opzichten’, zegt hij. ‘Iedereen die er werkte werd als familie beschouwd, en ook hun families hoorden erbij. Het was echt een gemeenschap. De oude meneer De Heus kwam ook naar de condoleance van mijn opa.’
Hoe gemoedelijk ook, er worden harde zaken gedaan. Een gepensioneerde kippenboer in het nabijgelegen Kootwijkerbroek, een vlaggenmast met de boerenzakdoek in zijn voortuin, vertelt hoe zijn vader ergens in de jaren zestig zijn kippenstal uitbreidde en daarna in financiële problemen kwam. Voerleverancier De Heus wilde wel inspringen met een lening die terugbetaald moest worden met een jarenlang voercontract. Onderpand: de hele boerderij. ‘Mijn vader heeft het gered, maar het was jaren spannend. Anderen zijn zo hun boerderij wel kwijtgeraakt.’ Tja, reageert een woordvoerder van De Heus: ‘Heeft de kippenboer ook aangegeven dat de bank op dat moment helemaal geen financiering meer wilde verstrekken?’
De Heus neemt links en rechts andere veevoerbedrijven over en bouwt fabrieken van Sneek tot Veghel. Er komt steeds meer soja uit Brazilië, maar het blijft een Barnevelds bedrijf – in alle opzichten. Als directeur Henk de Heus en zijn vrouw Victoria begin jaren negentig voor een receptie het hoofdkantoor van de ABN Amrobank binnen stappen en daar een kunstwerk van een dikke zwaardvis zien, zijn ze zo getroffen dat ze ook de witte muren van hun huis aan de Stationsweg met kunst willen gaan bedekken. Daarbij kopen ze eerst alles wat los en vast zit, vervolgens laten ze zich adviseren door de curator van ABN Amro, tevens vrouw van Remco Campert, om zo een verzameling op te bouwen die nu tot de belangrijkste van Nederland behoort. De werken aan de muur wisselen voortdurend, wat even niet aan de muur past gaat naar de kelder, naast het zwembad. Maar het blijft in Barneveld.
Snelle expansie onder de nieuwe generatie
Het is een nieuwe generatie die de ambities verder opschroeft. Zoon Co is in 1994 na zijn studie economie het bedrijf in gerold, zoon Koen, die rechten heeft gedaan, arriveert wat later, tegen de eeuwwisseling. Hij is zoals zoveel afgestudeerden in die tijd geïnteresseerd in het snelle geld van investment banking, van fusies en overnames (M&A), in Amsterdam, Londen en New York. Maar waarom bij een bank of consultant gaan werken als het eigen familiebedrijf ook links en rechts bedrijven aan het opslokken is – soms zelfs groter dan De Heus zelf? En wat als ze dat nou niet alleen in Nederland deden, maar wereldwijd?
In 2004 vertrekt het bedrijf uit Barneveld en belegt de familie met de naaste medewerkers een topoverleg op landgoed Het Roode Koper op de Veluwe. Daar wordt de strategie uitgestippeld voor de volgende tien jaar. De Brics-landen zijn net ontdekt, de landen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika met een snel groeiende middenklasse, en de familie voorspelt dat die hun geld ook aan vlees en zuivel gaan besteden. ‘Wie het beter heeft eet meer vlees of vis, dat heeft ook iets met status te maken’, aldus global director business development Hein Brenninkmeijer vorig jaar op de M&A-website Mena. En dan is daar dus meer kippen-, varkens-, koeien- en visvoer bij nodig. Conclusie, in 2004: dáár moeten we zijn.
Het boerenprotest op een weiland in Stroe, waaraan De Heus heeft meebetaald.
Als Co en Koen drie jaar later als duo aantreden als nieuwe bestuursvoorzitters, vertalen ze de strategie in keiharde cijfers. Elke vijf jaar moet de omzet en winst van het bedrijf verdubbelen. Overnames zijn essentieel. Omdat ze een familiebedrijf zijn, kunnen ze snel schakelen, zonder voortdurend overleg en papierwerk. Daarbij nemen ze graag andere familiebedrijven over, zegt Brenninkmeijer, of andere onervaren tegenpartijen in ontwikkelingslanden die nog nooit van mergers & acquisitions gehoord hebben. Ook dat gaat lekker snel. Brenninkmeijer over de overname van UAB in Indonesië: ‘Toen de verkoper van het bedrijf het contract had getekend, zei hij: ik lees het vanavond nog een keertje goed door – misschien kom ik morgen nog met wat wijzigingen. Toen hebben we maar even haarfijn uitgelegd dat dat dus echt niet de bedoeling was.’
Volgens De Heus is dit een onjuiste voorstelling van zaken door Brenninkmeijer, die niet meer werkzaam is bij De Heus. ‘Met familiebedrijven hebben we vaak een culturele fit. Dergelijke bedrijven hebben vaak uitstekende adviseurs in dienst, die op een zeer goede manier de belangen van hun cliënten behartigen. Bovendien zijn er verschillende voorbeelden van bedrijven die nu onderdeel zijn van De Heus die voor de overname eigendom waren van een zakelijk zeer ervaren investeringsmaatschappij.’
De groei is ook privé zichtbaar – de opeenhoping van geld is de grote gemene deler tussen het bedrijf en de familie. Terwijl Henk en Victoria in Barneveld blijven wonen – gastvrije mensen die bezoekers met sigaretten ontvangen – met dochter Jobien als buurvrouw, koopt Koen in 2016 voor 13 miljoen euro een villa in Baarn, het voormalige stulpje van Joop van den Ende. Zo ontstijgt de nieuwe generatie bazen de geboortegrond, vanuit de weilanden van de Gelderse vallei naar de bossen van ’t Gooi, een van de reservaten van nieuw geld in Nederland. Hoewel ze al jaren zaken deden met De Heus, stappen sommige boeren in de omgeving van Barneveld over naar kleinere leveranciers. ‘Mijn vader was een relatief kleine boer en wilde geen nummer zijn’, zegt Brouwer.
‘De monden van de wereld blijven voeden’
Ondanks de internationale expansie blijft de Nederlandse markt voor De Heus belangrijk. Het bedrijf verzet zich met hand en tand tegen een verkleining van de veestapel – met het argument dat ‘we’ toch de monden van de wereld moeten blijven voeden. Dat het bedrijf een aanzienlijk belang heeft bij het in stand houden van de intensieve veehouderij, blijkt uit de cijfers. Voor boerderijen met varkens en kippen vormt mengvoer ongeveer tweederde van de totale kosten – voor melkveehouderijen is dat ongeveer de helft, omdat die ook gras eten. De winstmarges zijn niet zo heel groot, voor een bedrijf als De Heus, zo’n 6 tot 8 procent in Nederland, dus het is niet zo dat zo’n bedrijf de boeren afperst. Maar het betekent wel dat alles ingericht is op efficiëntie en schaal. Als de voerfabrieken op halve kracht gaan draaien renderen ze niet meer.
Dus moet de landbouw blijven zoals die is. En dus probeert het bedrijf nadrukkelijk de publieke opinie te beïnvloeden en steunt het organisaties die twijfel zaaien in de stikstofdiscussie.
Zo sponsort het bedrijf (net als Royal A-Ware en Van Drie) het programma Wie de boer niet kent, dat dit voorjaar bij RTL4 op tv te zien was. Hoe groot de financiële bijdrage van De Heus is wil producent Icare niet zeggen, maar de inhoudelijke bemoeienis van De Heus is onmiskenbaar. Deelnemende boeren werden door het bedrijf naar voren geschoven (‘Als De Heus zoiets vraagt zeg ik daar ja tegen’, zegt varkenshouder Wim van Vulpen uit Bunnik) en zelfs het logo van het programma heeft het groen-blauw van De Heus.
De Heus Voeders in Utrecht.
Ook betaalt De Heus de stichting Agri Facts, die met ‘onafhankelijke onderzoeksjournalistiek’ onder meer de effecten van stikstof probeert te relativeren en bagatelliseren, en soms rechtszaken aanspant tegen organisaties of bedrijven die in hun ogen fouten maken. Daarmee staat Agri Facts in een traditie die teruggaat tot de jaren vijftig, toen sigarettenfabrikanten wetgeving probeerden tegen te houden met gesponsorde twijfel, een tactiek die ook het klimaatbeleid jaren vertraagde. De stichting heeft negenhonderd donateurs die elk 150 euro betalen, zegt Geesje Rotgers, een van de onderzoekers van de stichting, die tevens als communicatiemedewerker verbonden is aan de Producenten Organisatie Varkenshouderij. Dit jaar schenken De Heus, Royal A-Ware en Van Drie ieder 75 duizend euro, zegt zij. De sponsoren hebben volgens haar geen invloed op de redactie. ‘Dat is contractueel vastgelegd.’
De Heus stelt in een reactie dat de stikstofdiscussie ‘vanuit verschillende perspectieven’ kan worden belicht. ‘In onze ogen is het belangrijk om ook een tegengeluid te laten horen.’
De Heus zelf heeft ook een omvangrijk educatieprogramma De Heus Kidzz, met hulp bij het maken van werkstukken en zelf geproduceerde filmpjes over het boerenbedrijf. Dat dat perspectief niet volledig is, blijkt uit het filmpje over een melkveehouderij, waarin wel wordt uitgelegd dat de kalfjes bij de moeder worden weggehaald (‘dat is veel schoner’) maar niet dat ze daarna worden opgefokt en naar de slachterij gaan. ‘Positieve verhalen moet je vertellen’, schrijft woordvoerder Joost Belt in Vooruit!, het kwartaalmagazine van De Heus, waarin hij noemt welke initiatieven het bedrijf onderneemt om de sector minder onbekend en onbemind te maken. ‘Gaat u samen met ons verder in het delen van mooie verhalen?’
Sporen in Barneveld
In Barneveld zijn de sporen van de familie De Heus nog steeds te vinden. Op de plek van de oude fabriek in de Langstraat staat nu weliswaar een appartementencomplex, maar voor het gemeentehuis staat een goudkleurig staketsel van ringen en eierdopjes, in de vorm van een groot ei – een geschenk van het bedrijf aan de gemeente bij het honderdjarig bestaan, toen De Heus Koninklijk werd. Victoria is nog steeds beschermvrouwe van het plaatselijke Nairac-museum, waar soms werken uit de collectie hangen. En over de landelijke weggetjes in de buurt rijden nog steeds de blauw-groene vrachtwagens met bulkvoer, voor de kippen en koeien van de vallei, langs de boerderijen die met boerenzakdoeken en omgekeerde Nederlandse vlaggen zijn getooid.
30 kilometer verderop, in Baarn, voor de monumentale villa van Koen de Heus, aan een lommerrijke laan met heggen en mooie eiken en veel blauwe Volvo’s, hangt een wimpel met de vaderlandse driekleur. Het smalle doek beweegt lichtjes. Welke kleur boven is, is niet goed te zien. Hangt van de wind af. En van wat je wilt zien.